Toespraak van de burgemeester van De Bilt, de heer A.J. Gerritsen, 15 augustus 2013

tijdens de herdenking van de overgave van Japan te Bilthoven op donderdag 15 augustus 2013 (onder voorbehoud van de gesproken tekst).

Wij zijn hier vanmiddag bijeen om de capitulatie van Japan, vandaag 68 jaar geleden, met elkaar te herdenken. Om met elkaar stil te staan bij een verleden dat voor tallozen geen verleden is, maar dat ook na zoveel jaren nog steeds het leven van elke dag bepaalt. Al 18 jaar gebeurt dat hier in Bilthoven op deze plek bij het gemeentelijke oorlogsmonument. Dit is een goede plek om deze herdenking te houden, want dit monument staat niet alleen op Nederlandse grond, maar ook op Indische grond: onder het monument is in 2010 aarde uit het Ereveld Kalibanteng op Java aangebracht en daarmee is deze plaats ook gewijd aan de herdenking van miljoenen levens die verloren gingen in de strijd tegen en de onderdrukking door de Japanse bezetter van Nederlands-Indië.

Burgemeester Gerritsen. (Foto Jeroen Jumelet)

Burgemeester Gerritsen. (Foto Jeroen Jumelet)

Wij herdenken vandaag soldaten, zeelieden en burgers die het leven verloren bij de verdediging van Indië tegen de aanval van Japan. Wij herdenken mannen, vrouwen, jongens en meisjes die door terreur, uithongering en misbruik en mishandeling omkwamen in gevangenkampen en bij dodelijke dwangarbeid. Wij herdenken moedige mannen en vrouwen die verzet pleegden tegen de Japanse bezetter en daarvoor de prijs van hun leven betaalden. Wij herdenken óók degenen die de bezetting overleefden, getekend door wat hen was aangedaan, maar geen bevrijding vonden omdat het einde van de oorlog het begin van een nieuwe oorlog inluidde. Een strijd die hen uiteindelijk verdreef uit het land waarin ze opgroeiden, het land van hun vader en hun moeder.

En wij herdenken de duizenden Nederlandse soldaten, jonge jongens vaak, die sneuvelden in de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië, in de jaren waarin de band tussen Nederland en Nederlands-Indië« op een moeizame en gewelddadige manier onttakeld werd. Vandaag komen levende herinneringen samen die het doen en laten van nog steeds vele duizenden Nederlanders bepalen. Herinneringen die niet alleen diegenen raken die de bezetting van Indië«, ouder of jonger, zelf hebben meegemaakt. Het zijn herinneringen die ook diepe sporen trekken in latere generaties. 15 augustus is ontegenzeggelijk een feestdag omdat deze dag het definitieve einde van de Tweede Wereldoorlog markeert, maar we mogen nooit buiten beschouwing laten dat deze dag ook een dag van verdriet is voor heel veel direct betrokkenen en hun nabestaanden.

Wat deze mensen moesten meemaken, hoe miljoenen het leven is ontnomen, op welke onbeschrijfelijke manier mensen zijn onderdrukt en hoe degenen die dat alles overleefden daarna, vaak met geweld, van huis en haard zijn verdreven: het stemt niet tot blijdschap, laat staan tot een feestdag. Diegenen onder u die dat betreft wens ik troost toe op een dag als vandaag. Voor ons allemaal hoop ik dat deze herdenking ons bepaalt bij de lering die we uit dit donkere verleden moeten trekken. Het met geweld vertrappen van de menselijke waardigheid, het kwaadaardig aanbrengen van onderscheid tussen mensen vanwege hun afkomst of hun geaardheid, het boos onderdrukken van afwijkende meningen of levensopvattingen en het beroven van leven en goed van complete volken omdat zij anders geloven of anders zijn, zijn op 15 augustus 1945 niet van de aardbodem verdwenen.

En de getuigen, die het toen hebben zien gebeuren en die ons in het heden kunnen waarschuwen,worden elk jaar minder in getal. Juist daarom moeten hun herinneringen, hoe pijnlijk ook, levend gehouden worden. De peilloos verdrietige herinneringen van velen van u, moeten voor ons een spiegel, een leerboek zijn. Het geweld dat Nederlanders en Nederlandse onderdanen in Indië is aangedaan en de oorsprong van het kwaad dat daaraan ten grondslag lag, moeten ons elke dag inspireren tot verzet tegen onrecht, tegen ongelijkwaardigheid, tegen onvrijheid. En ik weet het wel: het zakt zo gauw weer weg als vandaag weer achter de rug is. Maar deze opdracht ligt er elke dag.

En het is niet alleen een opdracht aan wereldleiders en politici. Het is een opdracht aan ons allemaal:
in onze buurt, in ons dorp of onze stad en in het land waarin we wonen. En als we aan die opdracht niet voldoen, dan zullen (hoe ongelofelijk het ook mag klinken) generaties die nu misschien nog niet eens geboren zijn, alles, werkelijk alles, opnieuw beleven wat wij vandaag gedenken. Daardoor biedt deze bijeenkomst niet alleen een treurige blik op gemis en verdriet, maar nog meer een vooruitzicht op wat we moeten doen om herhaling te voorkomen. Met die dubbele betekenis wens ik u een goede herdenking toe.