van Indië tot Indonesië

Amsterdam , gebouw NIOD.
24 oktober 2006.
Project : van Indië tot Indonesië .
Lezing van dr. R Cribb over zijn onderzoek naar criminaliteit , geweld en orde in Indonesië , in de periode 1930-1960 .

Dr. R.Cribb is hoogleraar en publicist Indonesië in Australië .

Hij begint zijn lezing met de uitspraak dat er een lijn is tussen het geweld van 1945 en dat van 1965 .

Vervolgens stelt hij dat er twee omstandigheden waren die de oorzaak zijn van dat geweld.
Allereerst het feit dat Nederland in Indië het legalistisch pluralisme hanteerde. Ten tweede waren er in Indië altijd al criminele benden actief.

Nederland kende in Indië de Indonesische volkeren het recht toe van eigen , plaatselijke wetten en rechtspraak , elk volk zijn eigen regels naar eigen gebruik. Dat had tot gevolg dat er in Indonesië geen algeheel rechtsgevoel is ontstaan, dat onpartijdig is en boven de maatschappij staat. Tevens had dat tot gevolg dat het in Indonesië bestaand plaatselijk recht , bijvoorbeeld op wraak , als erkend recht beschouwt werd en wordt. In de Indonesische grondwet werd de bepaling opgenomen dat de president inheems diende te zijn . Dat was met namen gericht tegen de Indo-Europeanen.

Hierdoor werd het individuele wraakrecht naar een nationaal wraakrecht uitgebreid.

Nederland had in Indië slechts een hele kleine politiemacht op de been gebracht.

Noodgedwongen hield dat in dat die kleine politiemacht slechts de orde bewaakte in die gebieden waar Nederlanders woonden. Criminele inheemse benden werden daardoor oogluikend gedoogd , zolang ze maar niet aan Nederlandse of buitenlandse belangen schade toebrachten.

Na de communistische staatsgreep van 1928 viel het idealisme bij de Nederlanders weg. Zij meenden nu de verschillende bevolkingsgroepen tegen elkaar te moeten beschermen.

De criminele benden werden na de Tweede Wereldoorlog door het Indonesische leger allereerst gebruikt om in , door Nederland gepacificeerde gebieden , moord en plundering in te zetten om de plaatselijke bevolking te overtuigen om het Indonesische leger te steunen . Later werden de benden ook ingezet voor , door de politiek verboden , interventies. Daarnaast constateerde de Indonesische legerleiding dat ze via crimineel geld zich onafhankelijk van de politiek kon bewegen. Daarvoor konden de benden worden ingezet.

Ook trok het leger nu het opium monopolie naar zich toe en construeerden zij later ook andere monopolie ten eigen bate.