Waarom gaat een oorlogstrauma nooit over?

Een oorlog van 50 jaar terug is lang geleden maar vaak nog niet helemaal voorbij. In een oorlog maken mensen zeer indrukwekkende dingen mee, zo indrukwekkend dat de herinneringen blijven. Vaak zijn het nare herinneringen met heftige emoties, die men liever niet heeft om het verdriet en woede, waar de herinneringen mee gepaard gaan, niet te veel te hoeven voelen. Vervelend is echter dat een verleden zich niet zomaar opzij laat schuiven en herinneringen in de loop van de tijd steeds vaker terug lijken te komen naast dat velen ook lichamelijk letsel overgehouden bleken te hebben.

Gevolgen voor het heden van ervaringen uit het verleden

Doordat er in het begin nauwelijks over de verschrikkingen in de oorlog gesproken werd, leek het allemaal wel mee te vallen wat er gebeurd was. Toen de herinneringen en ermee samenhangende verschijnselen (hierop kom ik later nog terug) steeds indringender werden en men er meer over ging spreken, kwam geleidelijk het besef (onder andere bij hulpverleners en bij hen die de oorlog niet van zo dichtbij meemaakten) dat deze herinneringen vaak een zware last zijn om mee te dragen.

Iedereen probeert “trucs” te ontwikkelen om herinneringen die bijna ondraaglijk zijn draaglijk te maken. Dit kan variëren van volledig vergeten tot volledig herinneren met de kleinste details en wat daartussen zit met sommige aspecten wel en sommige aspecten van de gebeurtenissen niet herinneren. Hoe het geheugen hierin precies te werk gaat is voor een deel nog onontdekt gebied en onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. Wel is duidelijk dat herinneringen in de loop van de jaren vaak veranderen, zo beïnvloeden gebeurtenissen van later in het leven herinneringen van eerdere gebeurtenissen door bijvoorbeeld dingen weg te laten of toe te voegen. Iedereen herinnert zich zijn eigen versie van een gebeurtenis, twee mensen die hetzelfde meemaken vertellen later nooit hetzelfde verhaal omdat bijvoorbeeld niet iedereen gevoelig is voor dezelfde indrukken, details.

Wanneer herinneringen jaren weggedrukt zijn, is dat niet voor niets. Het zijn te moeilijke, emotionele zaken om over te spreken. Er is vaak een soort automatisme ontstaan waarbij men allerlei “trucs” voor zichzelf ontwikkeld heeft om niet te hoeven herinneren, zoals: er niet over praten, dan is het er niet, lijkt het ook niet zo erg; hard werken; afleiding zoeken; niet stilzitten en nadenken maar altijd met iets bezig zijn. Regelmatig bewijzen deze trucs goede dienst maar soms falen ze, dit kan iedereen overkomen, vroeger of later. Soms werken de trucs maar kort en soms falen ze pas na 50 jaar. Lang niet altijd is duidelijk waarom deze trucs niet meer werken; soms is het wel duidelijk zoals een verandering in de levensomstandigheden (overlijden van een dierbare, ziekte, stoppen met werken, uit huis gaan van de kinderen). Deze trucs om de herinneringen er geheel of gedeeltelijk onder te houden kosten vaak veel energie, zowel lichamelijk als psychisch. Wanneer de energie op een gegeven moment vermindert, of voor andere ook belangrijke zaken nodig is, is het voorstelbaar dat de “trucs” minder krachtig worden en gaan falen. De altijd zo zorgvuldig weggehouden herinneringen komen dan weer naar boven.

Er is een heel scala aan mogelijkheden waarin de herinneringen aanwezig kunnen blijven of zich weer aandienen; een aantal zullen de revue passeren.

Herinneringen kunnen aanwezig blijven als gewone herinneringen, zonder dat men er erg door geraakt wordt. Het komt ook vaak voor dat herinneringen gepaard gaan met heftige emoties of dat iemand de ergste ervaringen kan vertellen zonder daar enige emotie bij te tonen. Dit laatste is bijvoorbeeld een truc om niet iedere keer wanneer een herinnering naar boven komt erg overstuur te raken. Nadeel van deze truc is soms dat niet alleen de emotie horend bij de herinnering onderdrukt wordt, maar alle emoties in allerlei situaties waardoor iemand een kil of vlak, emotieloos, persoon lijkt. Op allerlei onverwachte momenten kunnen mensen door iets wat in de omgeving gebeurt, een opmerking die iemand maakt of een televisie-uitzending, aan gebeurtenissen uit het verleden herinnerd worden. Men kan dan heftig geëmotioneerd raken. Soms reageert men ook alsof men weer in die situatie van toen terug is. Voor de omgeving is een reactie dan vaak onbegrijpelijk, zeker als men niet weet wat er op dat moment in de gedachte van de ander omgaat. Bijvoorbeeld iemand die zeer gevoelig voor autoriteit is omdat wanneer een ander zich autoritair opstelt dit doet herinneren aan de kampbewaker. Een loketbeambte die de regels en daarmee de macht lijkt te hebben kan een zeer heftige reactie oproepen, iemand wordt dan bijvoorbeeld zeer boos, hetgeen objectief gezien in deze situatie vreemd is. Het gevolg kan zijn dat door de associatie die een situatie oproept men zichzelf benadeelt.

Een andere manier van zich opdringen van herinneringen is in de vorm van dromen en nachtmerries waardoor men vaak onrustig slaapt en soms ook angst heeft om naar bed te gaan. Het gevolg is een tekort aan slaap. Omdat de herinneringen vaak zo moeilijk en emotioneel zijn, wil men die het liefst uit het geheugen bannen en gaat daarom bijvoorbeeld situaties uit de weg die herinneringen op kunnen roepen, waardoor men zich soms steeds meer gaat isoleren en de belangstelling voor de omgeving afneemt. Soms kan het zover gaan dat men depressief wordt en het leven als zinloos ervaart. Soms zijn mensen voortdurend op hun hoede, vertrouwen niets en niemand, en zijn erg schrikachtig. Gedrag dat ze bijvoorbeeld in het kamp aanleerden en dat toen functioneel was. Maar gedrag dat nu, zoveel jaar later eigenlijk niet meer nodig is, want reëel gevaar zoals toen dreigt niet meer, wel het gevaar van herinneringen.

Bovenstaande klachten en problemen, hoe begrijpelijk ook, zijn symptomen van psychische ziekten, zoals depressie, posttraumatische stress-stoornis, angst- en paniekstoornis.

De omgeving

Wanneer men bovenstaande in ogenschouw neemt zijn eigenlijk alle reacties begrijpelijk. Sommigen zullen nooit over hun ervaringen praten en de omgeving zal er ook niets van merken. Of men spreekt er af en toe over. Het kan ook zijn dat men er niet of nauwelijks over spreekt en de omgeving toch van alles merkt, zoals onlogische of onredelijke reacties, en men niet weet wat er aan de hand is, hetgeen wederzijds onbegrip in de hand kan werken. Men snapt de reacties niet omdat men niet begrijpt waarom iemand bijvoorbeeld zo geïrriteerd of angstig reageert terwijl daar in de hedendaagse situatie geen reden voor is en men niet in andermans hoofd kan kijken welke herinneringen een rol spelen.

Men kan ook als zeer angstig en achterdochtig ervaren worden en kinderen bijvoorbeeld opvoeden met de gedachte: “let op, pas op, niemand is te vertrouwen, gevaar kan zomaar tevoorschijn komen”. Het komt ook voor dat kinderen zeer streng en hard opgevoed worden om ze te wapenen tegen zo’n afschuwelijke situatie die de ouder meemaakte en worden bijvoorbeeld onevenredig streng gestraft.

Sommige mensen spreken voortdurend over hun herinneringen, telkens wanneer zich een gelegenheid voordoet, hetgeen ook begrijpelijk is want we weten immers allemaal dat praten help om te verwerken. Het veelvuldig spreken over de herinneringen kan de omgeving te veel worden en bijvoorbeeld reacties uitlokken van: “daar heb je hem of haar weer met de verhalen uit de oorlog, dat weten we nu wel, dat moet je maar eens vergeten”. Soms omdat de verhalen al zo vaak verteld zijn en soms omdat de luisteraar te veel aangegrepen wordt door de verhalen. In een gezin worden partner en kinderen het meest geconfronteerd met de al dan niet uigesproken herinneringen van de getraumatiseerde. De gezinsleden zullen hun gedrag dan ook vaak aanpassen om te voorkomen dat er te veel herinnneringen naar boven zullen komen.

Klachten verminderen

Het verleden van iemand valt niet weg te nemen maar vaak is het wel mogelijk de klachten en het leed dat ermee samenhangt iets te verminderen. Er van uit gaand dat iemand wel enig verband tussen zijn of haar klachten en/of gedrag ziet met ervaringen in het verleden, of bereid is deze mogelijkheid te overwegen. Zo kan het iemand helpen wanneer hij aan een ander vertelt wat hij meegemaakt heeft omdat het leed te groot is voor één persoon om te dragen of te ontdekken dat men niet “gek” is, dat anderen soortgelijke problemen hebben. Spreken met mensen die soortgelijke dingen meemaakten, geeft vaak steun en erkenning. De omgeving, bijvoorbeeld partner en kinderen vertellen wat men meemaakte en proberen uit te leggen waar de “onredelijke” reacties mee te maken hebben, leidt vaak tot meer begrip van de omgeving. Verder kan het praten over de ervaringen helpen om een verklaring voor de gebeurtenissen te zoeken, hoe irrationeel die verklaring vaak ook is, kan dit toch min of meer rust geven. Daarnaast helpt praten natuurlijk bij het verwerken van allerlei verliezen, zoals overleden dierbaren, gemiste jeugd en kansen, het hebben moeten zien en ondergaan van wreedheden. Kortom, contact met anderen speelt een belangrijke rol. Dit kan zijn in de directe huiselijke omgeving, in zelfhulpgroepen, in de algemene geestelijke gezondheidszorg of bij in oorlogstrauma’s gespecialiseerde instellingen. De laatste mogelijkheid en erkenning, ingevolge de wetgeving voor oorlogsgetroffenen al dan niet gepaard met een uitkering kan nog eens extra helpen om te erkennen dat het wel degelijk vreselijk is wat men meemaakte en dat de gevolgen, littekens, blijvend zijn.

P. Dashorst, psychiater Centrum ’45 Oegstgeest, oktober 1995