Het Tokio Tribunaal 3 mei 1946 – 12 november 1948
Rechtbanken voor oorlogsmisdaden
In januari 1942 werden Duitsland en Japan door de Geallieerden gewaarschuwd dat de autoriteiten na de oorlog wegens oorlogsmisdaden berecht zullen worden. In januari 1944 werd deze waarschuwing herhaald, waarbij er voorbeelden van misdaden werden genoemd. Ook in 1945 werd er diverse malen gewaarschuwd.
In oktober 1943 werd de Verenigde Naties Oorlogs Misdaden Commissie ingesteld. Naast het tribunaal te Tokio werden er rechtbanken voor oorlogsmisdaden geïnstalleerd te: Yokohama, Canton, Hong Kong, Sjanghai, Nanking, Khabarovsk, Manilla, Lauan, Kuala Lumpur, Malakka Singapore, Batavia, Makassar, Port Darwin, Guam, Manus-eilanden, Marshall-eilanden en Rabaul. Daarnaast had Nederlands Indië nog speciale rechtbanken te Medan, Pontianak en Ambon nauw samenwerkend met de Verenigde Staten en Australië.
In maart 1949 vond de laatste veroordeling plaats.
In Nederlands Indië werden 1.038 Japanners berecht, 236 doodstraffen werden voltrokken (in Nederland 5). Begin 1950 gingen de 800 veroordeelden naar gevangenissen te Tokio. In 1951 kregen ze gratie van keizer Hirohito.
Het Tokio Tribunaal 3 mei 1946 – 12 november 1948
Het Tokio Tribunaal werd gefinancierd door Amerika. Amerika bepaalde wie de opperrechter werd. De hoofdaanklager was een Amerikaan. Deze werd geïnstrueerd dat onder geen beding keizer Hirohito aangeklaagd mocht worden voor mede verantwoordelijkheid aan oorlogsmisdaden. Amerika wenste namelijk dit keer niet het Japanse grondgebied met haar geallieerden te bezetten zoals in Duitsland was gebeurd. Amerika wilde in Japan de enige bezettingsmacht zijn en het land snel opbouwen naar Amerikaans model en als trouwe bondgenoot van Amerika. Hirohito’s hulp leek daarbij noodzakelijk.
Voorbeeld:
Generaal Tojo had eerst verklaard voor het tribunaal, dat de militairen uiteraard niets beslist hadden zonder toestemming van de Keizer.
Op verzoek van generaal McArthur bezocht Keizer Hirohito daarna generaal Tojo in de gevangenis om hem te overtuigen, dat hij moest verklaren, dat de keizer altijd alleen maar naar vrede had gestreefd.
Andere argumenten die in Amerika aangevoerd werden tegen berechting van Hirohito waren,
- -men was bang dat dan de verantwoordelijkheid van plaatselijke commandanten op losse schroeven zou komen te staan,
- -de gewone Japanner beschouwde Hirohito als degene die voor het einde van de oorlog had gezorgd,
- -men verwachtte chaos en opstand, zelfs mogelijk een guerrilla oorlog in Japan, waarvoor dan een bezettingsmacht van tenminste 1 miljoen soldaten nodig was.
Men was niet op de hoogte dat veel Japanners wilden dat hij de troon zou overdragen aan zijn zoon met een broer als regent.
Aanklachten
De landen, betrokken in de Pacific-oorlog, leverden rechters en klaagden aan. Alleen Indochina en Indonesië werden vertegenwoordigd door hun kolonisator, respectievelijk Frankrijk en Nederland.
De Nederlandse en Franse beschuldigingen luidden in eerste instantie: het leegroven van Indonesië en Indochina.
De Russische beschuldigingen gingen verder maar er werden geen getuigen naar het proces gestuurd (die waren allemaal te ziek).
De Amerikanen en Britten brachten de beschuldiging in van de onverhoedse aanval op 7 december 1941 op Shanghai, Maleisië, Thailand, Pearl Harbor, Singapore, Guam, Hongkong, Filippijnen, Wake Islands en Midway; met daarna pas een oorlogsverklaring.
28 oorlogsmisdadigers stonden terecht. 2 overleden tijdens het proces, 1 werd naar een krankzinnigen gesticht gestuurd, 7 doodvonnissen werden op 23 december 1948 voltrokken.
De eerste aanklacht op het Tokio Tribunaal luidde:
- -schending van de door Japan ondertekende verdragen van Den Haag 1907, Versailles 1919 en Parijs 1928;
- -het onverhoeds beginnen van een aanvalsoorlog, eerst in 1931 in Mukden en vervolgens in 1941 bij ondermeer Pearl Harbor.
In de Chinese aanklacht stond ondermeer:
- -het aan opium en heroïne verslaafd maken van de burgerbevolking; in de provincie Manchukuo (= Mantsjoerije) waren 10 miljoen van de 30 miljoen inwoners op het einde van de oorlog verslaafd, elders in bezet China was 8% van de burgerbevolking verslaafd op het einde van de oorlog;
- -het moorden en verkrachten van Chinese soldaten en burgers (bijvoorbeeld Nanking 1937), volgens de Japanse generaals gedroegen de soldaten zich gedisciplineerd; volgens Japanse veteranen na de oorlog “een theater van de hel”;
- -het bombarderen van steden en gevangenkampen met ziektebommen (pest, cholera, tyfus, gangreen, dysenterie, pokken, …);
- -medische experimenten op burgers en gevangenen (bevriezing, vivisectie);
- -na de eerste Amerikaanse bombardementen op Tokio op 18 april 1942 werden in de Chinese provincies Che-kiang en Kinag-Sou 250.000 Chinese burgers vermoord, uit wraak omdat “Nationaal-China” deze bombardementen instemmend becommentarieerde;
- -januari 1932 bombardeerden Japanners de stad Jinzhou vanuit de lucht en verkrachtten en vermoordden 25.000 burgers na de inname van de stad
Het Russisch bewijsmateriaal dat dit ondersteunde werd door het hof geweigerd en Amerika stelde zijn bewijsmateriaal niet beschikbaar voor het hof.
De Filippijnse aanklacht omvatte onder andere:
- -terreur tegen de bevolking met zeker 150.000 moorden, het volledig uitmoorden van de plaats Lipa met 18.000 inwoners, het moorden en verkrachten in Manilla 1945;
- -het inenten van jonge vrouwen met de syfilisbacterie;
- -de Bataan dodenmars, waar 76.000 Amerikaanse en Filippijnse krijgsgevangenen 120 kilometer moesten lopen naar een kamp waarbij meer dan 10.000 soldaten omkwamen;
- -Japanse soldaten, die niet meer bevoorraad konden worden op het eind van de oorlog, gingen over op een dieet van zwarte varkens (inheemsen) en witte varkens (blanke krijgsgevangenen).
De mogelijkheid van een Koreaanse aanklacht werd over het hoofd gezien.
Verder kwamen ondermeer de volgende aanklachten op tafel:
- -Op het Maleise schiereiland had Japan bij haar opmars burgerdoelen opzettelijk gebombardeerd; achtergelaten Australische en Indiase gewonde militairen van het terugtrekkende geallieerde leger onthoofd; na de val van Singapore alle Chinezen en gewonde militairen geëxecuteerd.
- -De slavenarbeid door burgers en krijgsgevangenen, zoals de Siam Burma Doden Spoorweg met 50.000 overleden krijgsgevangenen en 250.000 overleden burgers (romusha’s). De minimum leeftijd van de slavenarbeiders in Japan uit Korea en Formosa was 15 jaar.
- -De transporten overzee volgens de schema’s van negerslavenvervoer van voor 1860, waarbij tenminste 15.000 krijgsgevangenen zijn omgekomen en een zeker zo groot aantal romusha’s.
- Tokio orders van 10 december 1942 en 3 maart 1943: voorkomen moet worden dat een te groot percentage van de krijgsgevangenen tijdens het transport overlijdt, meer dan 15% is niet te verantwoorden.
Criminele opdrachten
Ook andere orders kwamen ter sprake. De meeste centrale orders waren dat krijgsgevangenen goed behandeld moesten worden, echter met uitzonderingen:
28 juli 1942
- -een wet over het terechtstellen van Australische en Amerikaanse vliegers die “burgerdoelen” hebben aangevallen; later moet het leger orders uitvaardigen tegen kannibalisme op gevangengenomen vliegers, in mei 1945 komt de order om gevangengenomen vliegers zonder proces af te maken.
20 maart 1943
- -een order van het Japanse Vloot Hoofdkwartier aan commandanten van onderzeeboten om overlevenden van getorpedeerde schepen af te maken.
10 april 1944
- -een order voor de Filippijnen. Nieuw te maken krijgsgevangenen zijn niets waard en dienen te worden afgemaakt, dit moet ook met kwaadwillenden gebeuren, alles moet in het geheim gebeuren.
eind 1944
- -keizerlijke order uit Tokio: voorkom dat krijgsgevangenen in handen van de vijand vallen.
17 maart 1945
- -een schrijven van het Japanse ministerie van oorlog aan haar plaatselijke commandanten met de opdracht om gevangenen, bij een invasie van Japan of Manchuria, te bevrijden van hun aardse beslommeringen (in augustus uitgevoerd op alle Amerikanen op Wake Island en op alle Hei-ho’s op Bougainville). Kolonel Masugi op Java voegde daaraan toe aan zijn commandanten: men moet verzet uitlokken om in staat te zijn buitengewone maatregelen te treffen.
Japans voorschrift in Indonesië bij een eventuele scheepsramp voor reddingsacties:
eerst moest de Japanner gered worden, daarna de Indonesiër en dan eventueel de Hollander, maar Engelsen en Amerikanen hoefden niet gered te worden.
Verder kwamen aan de hand van getuigenverklaringen ondermeer ter sprake:
- -de slechte controle vanuit Japan op de plaatselijke commandanten, waardoor de corruptie en willekeur onder de kampbewakers groot was.
Zo verdwijnt gemiddeld 20% van het voedsel en de medicijnen tijdens de verstrekking, en worden er na de oorlog in Japanse loodsen grote voorraden kleding, voedsel, medicamenten en Rode Kruis pakketten aangetroffen; - -Kamp Cabanatuan op de Filippijnen waar tot 5 december 1942 4.330 man van de 15.000 overlijdt;
- -als in december 1944 Amerikaanse vliegtuigen boven kamp Puerto Princessa op de Filippijnen verschijnen worden 150 krijgsgevangenen in een loopgraaf met benzine overgoten en in brand gestoken (9 man overleeft dit);
- -in januari 1945 moeten te Sandakan op Borneo de Engelse en Australische krijgsgevangenen naar Ranau lopen, een mars van 250 km. Achterblijvers worden gebajonetteerd of doodgeschoten (6 man ontsnapt) de andere 2.550 vinden uiteindelijk de dood;
- -in Pontianak op Borneo waren 1.000 Chinese mannen, vrouwen en kinderen vermoord op verdenking van spionage plus de Sultan en 200 familieleden. Vaak werden mensen in de Indische archipel, verdacht van spionage, in bambumanden gestopt, bestemd voor het vervoer van varkens, en dan in zee gegooid;
- -alle Europeanen in Balikpapan op Borneo werden vermoord;
- -de Australische verpleegsters op Bangka worden allen vermoord;
- -in het Tantoeikamp op Ambon overleeft slechts 24% van de kampbevolking;
- -tetanus inentingen op West-Java, 368 doden;
- -tropenzweren inentingen op West-Java;
- -op Ambon doen Japanse doktoren in 1945 proeven met vitaminepreparaten op Australische krijgsgevangenen, van de 90 proefpersonen stierven er 50;
van de 1.200 geïnterneerde Australische soldaten in 1942 zijn er in 1945 nog 300 in leven; - -de Pakan Baroe spoorweg op Sumatra waarbij 696 krijgsgevangenen stierven en 27.000 romusha’s. Op transport er naar toe stierven 1.626 krijgsgevangenen en 4.170 romusha’s;
- -bij de aanleg van een vliegveld op Hanuko worden 1.500 Britse krijgsgevangenen ingezet, slechts 300 komen terug op Java.
Verder kwam ter sprake:
- -de spoorlijn op Java van Tjitjalengka naar Madalaja, en de aanleg van vliegvelden op Molukse eilanden;
- -sterftecijfers in de gevangenkampen in het algemeen en gemiddeld:
van 20% op Java tot 70% onder de romusha’s. - -de verklaring van de Burmaanse leider Ba Maw dat weinig mensen zo rasgebonden zijn als de Japanners en als gevolg daarvan totaal niet in staat anderen te begrijpen of zichzelf uit te leggen aan anderen.
Aantal oorlogsslachtoffers
De schatting van oorlogslachtoffers in de Pacific-oorlog zijn momenteel: | Oorlogslachtoffers in Europa: | ||
---|---|---|---|
China | 21 miljoen | Rusland | 15,5 miljoen |
Korea | 5,5 miljoen | Duitsland | 6 miljoen |
Japan | 3 miljoen | Polen | 6 miljoen |
Indonesië | 2,5 miljoen | Servië | 1,5 miljoen |
Filippijnen | 200.000 | Frankrijk | 530.000 |
Burma | 200.000 | Italië | 410.000 |
Maleisië | 100.000 | Engeland | 350.000 |
Amerika | 60.000 | Oostenrijk | 330.000 |
India | 40.000 | Nederland | 230.000 |
Engeland | 20.000 | Amerika | 230.000 |
Nederland | 14.000 | Griekenland | 160.000 |
Australië | 10.000 | België | 90.000 |
Plus totaal enige duizenden van diverse nationaliteiten | Finland | 80.000 | |
Totaal meer dan 32.844.000 slachtoffers | Ongeveer honderdduizend met andere nationaliteiten. Totaal ca 32.510.000. slachtoffers. |
Volgens de Kenpeitai zijn van de door haar gevangen genomen personen 33% geëxecuteerd en 47% gestorven tijdens verhoren en in gevangenschap; dus slechts 20% van de door haar gearresteerden overleefden die arrestatie. Volgens Japans gebruik was het normaal dat gearresteerden en gevangenen gemarteld werden en geen medische verzorging kregen.
Als verdedigende advocaten al geoorloofd waren, kregen deze veelal pas op de terechtzitting gelegenheid om met hun cliënt te spreken.
“Normaal” stierf 60% van de mensen in de gevangenissen wegens ondervoeding en diarree.
De verdediging
De verdediging bracht ondermeer ter sprake:
- -de naar schatting 370.000 Japanse soldaten die tijdens de 7 dagen durende oorlog met Rusland in augustus 1945 voorgoed verdwenen waren. In totaal verdwenen er 550.000 Japanners in de Goelagarchipel;
- -na de Russische revolutie had Japan enkele duizenden Turkse moslims uit Siberië toegelaten die twee moskeeën bezaten, één te Kobe en één in Tokio;
- -het joodse kamp in Shanghai waar Japan 17.000 joden had geïnterneerd (waaronder 6000 uit Litouwen), die ondanks Duitse druk de oorlog overleefden;
- -de joodse kampen in Australië;
- -de Japanse kampen in Australië en Amerika.
Door de Amerikaanse tegenwerking kwamen alle documenten van de Japanse ministeries, die nog vrijwel compleet waren, niet bij de geallieerde aanklagers.
Zo werd niet alleen de actieve betrokkenheid van keizer Hirohito verdonkeremaand, maar werd ook de indruk gewekt dat de aanklachten toch meer incidenten waren en niet het gevolg van een centraal geleid politiek doel.
Misdaden die niet ter sprake kwamen
Niet ter sprake kwamen de dwangarbeiders voor de Japanse oorlogsdoeleinden, de ondermeer 6 miljoen Koreanen, 4 miljoen Javanen en 2 miljoen Taiwanezen (met een sterftepercentage tussen de 25 en 50%).
Op last van Tokio verbrandden de commandanten half augustus 1945 alle papieren, die vernietiging vond echter niet in Japan zelf plaats.
Voor de activiteiten van de in 1932 opgerichte legereenheid 731 inzake medische experimenten was juridisch geen bewijs en dus speelden deze experimenten geen rol in het proces.
De plundering van duizenden tonnen edelstenen en sieraden, zilver, staafgoud, uit goud gegoten boeddha’s en rooms-katholieke altaarstukken uit China, Filippijnen, Nederlands Oost-Indië voor een waarde van naar schatting 5 miljard U.S. dollar kwam nauwelijks ter sprake (waar dat goud en edelgesteente is gebleven is onderwerp van speculatie).
De prostitutie-dwang voor Japanse legerbordelen in de bezette gebieden kwam niet ter sprake (er werden onder meer 200.000 Koreaanse meisjes hiervoor geronseld).
Evenmin de moord op 100.000 vrouwen en kinderen door dronken Japanse mariniers bij de slag om Manilla in 1945.
General Penney, Lord Mountbatten’s Director of Militairy Intelligence, vond documenten in het hoofdkwartier van de Japanse bevelhebber in Zuid-Oost-Azië te Saigon – genaamd Terauchi – onder meer luidend:
alle vijanden van Japan die in kampen zaten dienden vermoord te worden op de dag van de geallieerde invasie, plandatum 6 september 1945. Pas 21 augustus 1945 trok Terauchi deze order in en accepteerde hij het einde van de oorlog. In de hoofdkwartieren van Formosa en Mantsjoerije was de formulering: vernietig alle krijgsgevangenen en zorg dat er geen sporen achterblijven. Deze documenten zijn niet bij de aanklagers terechtgekomen en zijn dus niet behandeld.
Niet ter sprake kwam de indoctrinatie van met name de schoolkinderen in de nieuwe Japanse provincies Mantsjoerije, Noord-China, Maleisië en Indonesië.
Niet alleen werd Japans een verplicht vak, ook hier werd de schooldag begonnen met diepe buigingen:
- eerbied uit de verte voor de keizerlijke hoofdstad;
- eerbied uit de verte voor de nationale hoofdstad;
- toegewijde eerbied voor de Hemelse keizer;
- toegewijde eerbied voor de nationale leider en vervolgens een kleine buiging voor de onderwijzers.
Haat tegen blanken en hun vrienden werd gepropageerd.
Vooral 11- en 12-jarigen moesten naar propaganda-films kijken; onder andere die waarin getoond werd hoe met Japanse vijanden om te gaan, het doormidden snijden van gevangenen en gevangenen, aan palen gebonden, door honden werden verscheurd.
Als je je ogen dichtdeed of snikte – gilde, werd je geslagen en geschopt.
Niet ter sprake kwam dat in de bezette gebieden alleen Japanners rijst mochten eten, op overtreding stond de doodstraf.
De plaatselijke bevolking diende eikelmeel, sorghum of stijfselpap te eten.
Dat in de bezette gebieden de Japanse wetten golden werd niet behandeld. Bijvoorbeeld: op het hebben van verkeerde gedachten “gedachtenmisdadiger” stond vele jaren gevangenisstraf tot zelfs de doodstraf. Die doodstraf mocht niet per kogel uitgevoerd worden maar anders, als het maar pijnlijk en vernederend was.
Niet ter sprake kwam dat in Mantsjoerije meer dan 5 miljoen en in China 95 miljoen mensen werden verbannen naar “strategische dorpen”, waarbij ze al hun bezittingen verloren.
Ook niet dat dwangarbeiders (zoals de romusha) 365 dagen per jaar dienden te werken, veelal 12 uur of meer per dag.
Indien romusha’s niet meer konden lopen kregen ze een injectie of vergiftigde suiker zodat ze die dag stierven. Leden ze aan een besmettelijke ziekte, zoals cholera, dan werden ze levend verbrand. Er mochten nooit medicijnen aan ze ‘verspild’ worden.
Ook kwam niet ter sprake dat bij terugtrekking der Japanse troepen, inheemse jonge mannen door handen en voeten geschoten werden, zodat ze de geallieerde troepen niet meer konden helpen. Japanse baby’s, eventueel aanwezig, werden vermoord omdat hun gehuil de nieuwe posities kon verraden.
Het vonnis
Bij het vonnis werden zeven verdachten ter dood veroordeeld (Doihara, Hirota, Itagaki, Kimoera, Matsoei, Moeto, Tojo), welk vonnis door ophanging werd voltrokken; zestien verdachten kregen levenslang, twee tijdelijke gevangenisstraf.
In een ‘dissenting opinion’ (afwijkende mening) motiveerde de Indiase rechter waarom hij geen der verdachten schuldig achtte.
De Franse rechter weigerde mede te werken aan het meerderheidsvonnis op procesrechtelijke gronden.
De Nederlandse rechter, B.V.A. Röling, kwam in zijn ‘dissenting opinion’ tot de conclusie dat vijf verdachten, onder wie Hirota, dienden te worden vrijgesproken.
Verder zij vermeld dat in Nederlands Indië 236 Japanners als oorlogsmisdadiger zijn veroordeeld; 226 doodvonnissen zijn voltrokken.
In totaal zijn er in Zuid Oost Azië meer dan 900 doodvonnissen voltrokken.
Japan laat zijn politieke gevangenen van voor en tijdens de oorlog niet vrij.
Jan Willem Hoegen
Literatuurverantwoording
- A.C. Brackman,The other Neurenberg, 1987
- G. Daws,Prisoners of the Japanese, 1994
- L.F. de Groot, Berechting Japanse oorlogsmisdaden in Nederlands Indië 1946-1949, 1995
- C. Hosoya e.a.,The Tokyo War Crimes Trial, 1986
- P.R. Piccigallo,The Japanese on trial, 1979
- L. van Poelgeest,Nederland en het Tribunaal van Tokio, 1989
- Waterford,Prisoners of the Japanese in WW II, 1994