Belanda Hitam
In 1814, onder Napoleon, werd de slavenhandel afgeschaft. Hoewel de slavernij in Nederland pas in 1863 werd afgeschaft , betekende het afschaffen van de slavenhandel dat de Nederlandse handelsposten aan de West-Afrikaanse Goudkust.niet meer commercieel interessant waren.Wanhopig zocht men naar nieuwe exportmogelijkheden. In de handelspost Elmina, in het huidige Ghana, werd die gevonden in de werving van rekruten voor het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (KNIL), aangezien Nederland moeite had soldaten te vinden voor de koloniale oorlogen in Nederlandsch Indi?.En de koning van Ashanti had nog steeds slaven in de aanbieding. Er mochten echter alleen vrije mannen worden geworven. De oplossing lag voor de hand. De slaven mochten zich vrij kopen met een voorschot op hun soldij. Ze moesten dan wel tekenen voor een periode van tien tot vijftien jaar. Ruim drieduizend Afrikaanse soldaten vertrokken in die periode naar Java, onder meer om de Atjeh-opstanden neer te slaan. Ze werden geroemd om hun moed maar bekritiseerd wegens hun gebrek aan discipline. Een klein deel keerde na afloop van hun contract terug naar de Goudkust. Ze vestigden zich op een heuvel in Elmina-Java Hill- en meldden zich voor hun pensioen bij het voormalige slavenfort. (In 1872 werden de Nederlandse handelsposten in West-Afrika aan Engeland verkocht.) Deze teruggekeerde soldaten maakten de Indische batikdoeken populair: overal in West-Afrika vind je tegenwoordig de ? real African wax print?. De Afrikaanse huurlingen die op Java bleven ( en zich mengden met de Indonesische bevolking ) werden Belanda Hitam genoemd, oftewel Zwarte Nederlanders. Pas na de Indonesische onafhankelijkheid, begin jaren vijftig van de twintigste eeuw, vertrokken de meeste belanda hitam naar Nederland.Er zijn er nu nog enkele honderden belanda hitam in Nederland. In Ghana is er nu een Java Museum geopend die aan deze geschiedenis aandacht besteed. April 2003 H.Dijksterhuis.