He Ho (heiho, assistent soldaat)
Volgens Japanse documenten waren er 25.000 assistent soldaten geregistreerd. Dit waren Javanen van zo’n 18 jaar oud die zich in de loop van de oorlog als vrijwillige soldaten voor het Japanse leger aanmelden.
In 1944 waren er volgens Japanse documenten:
- op Java
- 8.441 He Ho’s
- op Borneo en Halmaheira
- 12.100 He Ho’s
- in Birma
- 2.800 He Ho’s
- in Maleisië.
- 1.750 He Ho’s
Hun taak was militaire constructies maken en Javaansche romusha’s begeleiden. Tussen 18 en 20 augustus 1945 kregen ze van de Japanners te horen dat ze naar huis moesten gaan ( ze mochten op vakantie). Op Java kregen ze burger kleding en kaartjes voor de trein. Buiten Java werden ze uit de Japanse legerkampen gezet en moesten ze verder maar zien. Geen van de he-ho’s kreeg een ontslagbewijs uit Japanse dienst per 18 augustus 1945. Buiten Java werden vele van deze assistent soldaten, in Japans uniform, door de geallieerden gevangen gezet als collaborateurs; maar in 1947 werden ze allemaal vrij gelaten.
Bij de vredesonderhandelingen van 1958, werden met de compensatieregelingen tussen Japan en Indonesië ook de he-ho’s begrepen.
In 1974 richtten Japanners op Morotai een monument op voor de 1726 gevallen Japanners in de Tweede Wereld Oorlog. Op het monument werd geen melding gemaakt van de 800 gesneuvelde Javaanse vrijwilligers die toen met de Japanners meevochten. In 1985 richtten Indonesiërs een vereniging op van ex-vrijwilligers voor het Japanse leger tijdens W.O.II. ( 15.000 ex he-ho’s en 8.500 weduwen). In1990 richtten ze een eigen monument op op Morotai voor hun gesneuvelden in gevechten tegen de geallieerden.
In 1991 wendde de voorzitter van deze vereniging, S.Tasrip Rahardjo, zich in Tokio tot de Japanse regering met de navolgende eisen ; -ze wensen alsnog twee klassen promotie te krijgen gezien hun werkelijke taak destijds in het Japanse leger, uiteindelijk hadden ze zij aan zij gestreden met de Japanners tegen de geallieerden en waren daarbij aan hun kant 15.000 doden gevallen en worden er nu nog 1.000 man vermist, -erkenning van het feit dat er zeker 45.000 Indonesische vrijwilligers zich als he-ho bij het Japanse leger destijds hebben aangemeld (met name missen ze degenen die op de Filippijnen met de Japanners meevochten en vrijwel allen daarbij sneuvelden), -een officiële ontslagbrief uit het Japanse leger per 18 augustus 1945, -degenen die buiten Java dienden hebben nooit enig salaris gehad, die moeten dat alsnog uitgekeerd krijgen, -van het salaris kreeg de he-ho éénderde toegewezen, éénderde zou aan zijn familie worden uitbetaald (wat slechts sporadisch was gebeurd), éénderde werd gedwongen gespaard, dat spaargeld moet nu -met rente- alsnog worden uitbetaald.
In totaal becijferen ze hun recht op 20.000 U.S. dollar per persoon. De Japanse regering stelt dat alles in 1958 al is geregeld.
Jan Willen Hoegen
Literatuurverantwoording
- Aiko Utsumi, Compensation after the war, 1992
- Forum in Tokio in 1991, Thinking about compensation after the war.