Opmerkingen naar aanleiding van de toespraak van Minister President Rutte bij de 70e herdenking van de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 bij het Indië monument in Den Haag.
De Stichting Indisch Platform is verheugd dat de Minister President aandacht vraagt in zijn toespraak bij de 70e herdenking van de capitulatie van Japan voor het moeilijke en pijnlijke verhaal van de Nederlanders uit Nederlands-Indie. Het is alleen jammer dat Minister President onduidelijk is over de regelingen met betrekking tot de erkenning van de achterstallige salarissen en geleden oorlogsschade. Daarvan zijn de Nederlanders, die zich op 15 augustus 1945 in Nederlands-Indië bevonden of van daaruit door de Japanse overheid naar elders waren getransporteerd, tot op heden nog steeds van uitgesloten.
De Indische Kwestie betreft juist die uitsluiting van betaling van achterstallige oorlogs salarissen aan de Nederlandse Militairen en ambtenaren in dienst van de Nederlands- Indische overheid en de diskwalificatie van oorlogsschade op grond van het territorialiteitsbeginsel van Nederlandse burgers uit Nederlands-Indië bij de Wet Materiële Oorlogsschade. De erkenning daarvan is in de toespraak van de Minister President bij de 70e herdenking van de Japanse capitulatie vaag en niet geheel duidelijk. Het feit dat hij het gevoel van miskenning bij de Indische gemeenschap betreurt geeft aan dat de Minister President vindt dat Nederland begrip moet tonen voor de ondergane oorlogsverschrikkingen. Zijn oproep is mager en niet erg overtuigend.
Desondanks blijft de Stichting Het Indisch Platform zich inzetten om de erkenning van de achterstallige salarissen en geleden oorlogsschade verder te verduidelijken en blijft daartoe in overleg met de Staatssecretaris van VWS de heer M. van Rijn. Op korte termijn zal dit overleg mede naar aanleiding van de toespraak van de Minister President worden voortgezet.
Namens de Indische Kwestie delegatie van het Indisch Platform,
S. Delhaye
Voorzitter.